Gerrie Wachtmeester
In zijn landschappen verbeeldt Gerrie Wachtmeester het Groninger land met zijn statige herenhuizen, weggetjes, kanalen en bossages. Deels is de voorstelling gebaseerd op de werkelijkheid, deels op herinneringen uit zijn jeugd en deels op verlangens en dromen. De sfeer van een plek en de herkenning die het oproept, doen de schilder besluiten het tot onderwerp van een schilderij te maken. Voor hem is het van belang om die sfeer vast te houden. De kunstenaar schept in zijn werk een verstilde wereld: niets beweegt, er is meestal geen mens te zien. Toch is de menselijke aanwezigheid steeds voelbaar in de bouwwerken die er verspreid over het land staan, de recht gegraven kanalen en de langs de oever geplante bomen. Zijn schilderijen zijn opgebouwd uit strakke horizontale en verticale lijnen. Het huis of andere architecturale vormen en de bomen in zijn voorstellingen contrasteren met de vlakke horizon en de bossages.
In de loop der jaren zijn de werken geleidelijk van karakter veranderd. Aanvankelijk schilderde Wachtmeester Groninger landschappen waar een zekere onaardse spanning heerste, opgewekt door de dreigende luchten op de voorgrond en het ondefinieerbare licht in de verte. Kale bomen in het midden van het landschap nemen het zicht op die heldere plek weg. De Groninger huizen staan symbool voor de rechtlijnige Groningse mentaliteit, maar ook voor een veilige thuishaven. In deze streek is hij geboren en getogen. Hier voelt hij zich thuis. Zijn schilderijen tonen de veilige en duistere kanten van het leven en roepen associaties op met het magisch realisme van Carel Willink en Raoul Hynckes. Wachtmeesters recentere werk is lichter van karakter en eenvoudiger van opbouw.
Ontleende hij vroeger zijn idee?n aan de directe waarneming, tegenwoordig bedenkt hij de beelden zelf. De werkelijkheid en zijn herinneringen zijn nog slechts geheugensteuntjes. Het Groninger landschap is wel zijn inspiratiebron gebleven, maar minder rechtstreeks. De voorstelling lijkt zo geschilderd, alsof we toevallig de plek passeren. Een weg of kanaal loopt weg in de einder, terwijl groene bomen links en rechts opgaan in het landschap. De lucht is lichter geworden; de dreigende wolken zijn nagenoeg verdwenen en het clair-obscur is minder sterk. Wel is de verstilling nog even sterk aanwezig en behoudt het licht iets onnatuurlijks, waardoor het gevoel van vervreemding blijft bestaan. We kijken aandachtiger, omdat het beeld van zijn terloopsheid is ontdaan.
Afgestudeerd aan de Academie Minerva te Groningen koos ook Wachtmeester voor de figuratie in zijn schilderkunst. Wanneer hij een schilderij opzet, begint hij met een basisidee dat nog niet verder is uitgewerkt. Vervolgens trekt hij de horizonlijn die de verdere compositie op het doek inkadert. Beeldbepalende elementen in het landschap krijgen min of meer een plaats, maar daarna wordt eerst de lucht geschilderd. Die bepaalt de sfeer van de voorstelling. Deze wordt vaak snel neergezet met een waaierkwast. Vervolgens wordt het landschap verder ingevuld. Dat gaat intu?tief: waar vraagt het schilderij om? Wat moet waar komen; welk jaargetijde is het? ‘s Avonds wordt het schilderij in de woonkamer gezet en laat Wachtmeester het verder op zich inwerken om antwoorden op de vragen over de compositie te krijgen. De voorstelling wordt dun geschilderd. Dat vergt veel tijd, maar die heeft de kunstenaar nodig om in de sfeer van het schilderij te komen. Alleen zo kan hij diep in zichzelf keren om de voor hem zo kenmerkende sfeer, in zijn werk, weer te geven.